Terugbetaling elektriciteit thuis laden: versoepeling voorwaarden

Dit artikel heeft een update gekregen op 11 december 2024.

Als je een nieuwe bedrijfswagen krijgt van jouw werkgever is de kans tegenwoordig zeer groot dat dit een elektrische wagen zal zijn of op zijn minst een hybride. Dit betekent ook dat je de wagen zal moeten opladen. Meestal zal dat thuis of op het werk zijn.  

Voor traditionele verbrandingswagens voorziet de werkgever vaak ook in een tankkaart. Voor elektrische modellen wordt soms een gelijkaardig alternatief voorzien, maar dit werkt uiteraard niet als je thuis je wagen oplaadt aangezien het verbruik hiervoor zal terechtkomen op jouw elektriciteitsfactuur. Daarom voorzien vele werkgevers in een terugbetaling van de elektriciteit die thuis wordt verbruikt voor het opladen van de bedrijfswagen.  

Belastbare vergoeding 

In een eerder artikel bespraken we reeds dat je bepaalde voorwaarden moet naleven om te verzekeren dat deze terugbetaling niet aanzien wordt als een belastbare vergoeding. Je moet met andere woorden bepaalde voorwaarden naleven om op de terugbetaling geen bijkomende belastingen te betalen. Deze terugbetaling zit namelijk reeds vervat in het voordeel alle aard dat wordt aangerekend voor de wagen zelf.  

Probleemstelling 

Naast enkele voorwaarden, moet de terugbetaling in principe ook plaatsvinden aan de werkelijke kostprijs van de verbruikte elektriciteitsprijs. Dit zorgt voor tal van problemen omdat de elektriciteitsprijs kan variëren afhankelijk van wanneer je oplaadt en deze zal ook verschillen per werknemer. Bovendien stelde zich ook de vraag welke bedragen in acht mochten worden genomen indien de elektriciteit bijvoorbeeld afkomstig is van zonnepanelen die als het ware ‘gratis’ elektriciteit leveren (na de initiële investering).  

De correcte en effectieve kostprijs van de elektriciteit berekenen, komt dus met tal van uitdagingen. In de toekomst zal dit waarschijnlijk kunnen worden geautomatiseerd via technologie nu ook meer en meer woningen overschakelen op een digitale elektriciteitsmeter. Dit biedt echter nog geen oplossing op korte termijn. Daarom grepen veel werkgevers terug naar een terugbetaling op basis van de forfaitaire tarieven van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG). Met alle risico’s van dien…  

In afwachting van 

Een tijd terug gaf de Minister van Financiën aan dat deze werkwijze  zal worden aanvaard door de fiscale administratie in afwachting van de mogelijkheid om de effectieve elektriciteitskost accuraat te kunnen berekenen.  

Omzendbrief administratie 

Vanaf 1 januari 2025 zal een nieuwe omzendbrief van de administratie in werking treden die meer duiding geeft bij de forfaitaire terugbetaling van de laadkosten.  

Voortaan zal een terugbetaling op basis van een vast tarief per kilowattuur worden aanvaard. Dat bedrag wordt bepaald op basis van de gemiddelde elektriciteitsprijzen zoals vastgesteld door de CREG. Hierbij heeft de werkgever nog twee opties:  

1. De werkgever houdt rekening met de woonplaats van de werknemer en moet vervolgens het tarief voor dat betrokken gewest toepassen. Het maximale bedrag wordt hierbij per kwartaal berekend en zal telkens worden bekend gemaakt door de administratie.  

2. De werkgever kan ook geen rekening houden met de woonplaats van de werkgever. Dan moet het laagste tarief van alle gewesten worden toegepast. Deze keuze geldt voor het hele jaar.  

De maximumtarieven voor het eerste kwartaal van 2025 werden ook reeds gepubliceerd:  

• Vlaanderen: 28,22 eurocent/kWh 

• Wallonië: 32,56 eurocent/kWh 

• Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 32,94 eurocent/kWh 

Uiteraard moet het effectieve verbruik nog steeds worden aangetoond, alsook het feit dat het verbruik betrekking heeft op het opladen van de elektrische bedrijfswagen. 

De circulaire is in beginsel slechts geldig tot en met 31 december 2025. Afhankelijk van de technologische vooruitgang, kan deze uiteindelijk nog wordt verlengd.