Federaal Regeerakkoord: Wijzigingen Vennootschapsbelasting vanaf 2025

In dit artikel gaan we dieper in op de wijzigingen die het federaal regeerakkoord met zich meebrengt op het vlak van de vennootschapsbelasting.  

Net zoals voor de wijzigingen inzake de personenbelasting, is het voor enkele maatregelen nog afwachten hoe de exacte modaliteiten van de nieuwe regels er zullen uitzien. Desalniettemin is het goed om alvast aandacht te besteden aan de aankomende wijzigingen.  

Het valt ook nog af te wachten welke regels wanneer in werking zullen treden en welke overgangsmaatregelen worden voorzien. 

Verhoging minimum bezoldiging bedrijfsleider 

Het verlaagd tarief van 20% in de vennootschapsbelasting geldt op vandaag voor vennootschappen die aan minstens één bedrijfsleider een bezoldiging van EUR 45.000 uitkeren. Deze grens zal worden verhoogd naar EUR 50.000, en zal jaarlijks geïndexeerd worden. Bovendien zal slechts 20% - ofwel EUR 10.000 - van de bezoldiging mogen bestaan uit voordelen alle aard. 

Verhoogde belastingen investeringen DBI-beveks 

Er komt een meerwaardebelasting (‘solidariteitsbijdrage’) van 5% op meerwaarden gerealiseerd op de verkoop van DBI-beveks. Deze belasting zou in principe ook enkel gelden voor toekomstige meerwaarden (conform de meerwaardebelasting in de personenbelasting), maar dit werd nog niet uitdrukkelijk bevestigd.  

Ook de roerende voorheffing op uitkeringen van DBI-beveks zou enkel nog maar verrekenbaar zijn indien de bedrijfsleider minstens een bezoldiging van EUR 50.000 ontvangt (cfr. voorwaarde verlaagd tarief vennootschapsbelasting).  

Verstrenging DBI-vrijstelling 

Verhoging van de minimum aanschaffingswaarde in het kader van de DBI-vrijstelling voor dividenden en meerwaarden op aandelen van mEUR 2,5 naar mEUR 4 (indien de participatievoorwaarde van 10% niet wordt gehaald). Verder moeten de betrokken aandelen ook de aard van financieel vast actief hebben. Deze verstrenging zou echter niet gelden voor KMO’s.  

Wijziging liquidatiereserve 

Het fiscaal voordelige regime van de liquidatiereserve zal worden aangepast. Hierbij wordt de wachttermijn verlaagd van vijf naar drie jaar. Het tarief van de roerende voorheffing stijgt wel van 5% naar 6,5% voor liquidatiereserves die vanaf 2026 worden aangelegd.  

Diverse wijzigingen 

De investeringsaftrek wordt onbeperkt overdraagbaar en KMO’s zullen bepaalde investeringen opnieuw degressief kunnen afschrijven. 

Aanpassing van de jaarlijkse vennootschapsbijdrage om de last op kleine ondernemingen te verlagen en de bijdrage voor grote ondernemingen op te trekken.  

De mogelijkheid voor het toekennen van maaltijdcheques wordt uitgebreid, maar alle andere gelijkaardige cheques (bv. ecocheques) zullen worden afgeschaft.  

Een zetelverplaatsing van een Belgische vennootschap naar het buitenland zou fiscaal worden gelijkgesteld met een liquidatie waardoor fiscaal moet worden afgerekend in België.